De omgangsregeling
Bij het vaststellen van een omgangsregeling komt vaak een zeer hardnekkig misverstand voor. Beide partijen melden recht op omgang te hebben met hun kinderen. Echter, de wettelijke regeling is dat een kind recht heeft op omgang met de ouder. De redenatie is dus vanuit het kind, niet vanuit de ouder. Deze regeling wordt beschreven in het ouderschapsplan. In het ouderschapsplan wordt vastgelegd hoe ouders hier zo goed mogelijk gehoor aan willen geven.
De belangrijkste afspraken
Het ouderschapsplan beschrijft als eerste waar het kind zijn of haar hoofdverblijf heeft. Waar woont het kind en wie is de verzorgende ouder. Daarnaast kan beschreven worden waaruit de zorg- en opvoedingstaken bestaan. Als volgend belangrijk punt wordt beschreven hoe vaak het kind bij de niet-verzorgende ouder zal verblijven. Deze onderlinge afspraken maken jullie als scheidende ouders zelf. Natuurlijk kent iedereen de meest voorkomende regeling waarbij de niet-verzorgende ouder het kind om de week een weekend thuis heeft. Afwijken van deze regeling komt echter ook geregeld voor. De om-de-week-een-weekend regeling is zeker niet een wettelijke verplichting of een recht. Het zou zo maar kunnen dat beide ouders werken en er een volledig andere invulling aan de opvang gegeven moet worden. Een familie mediator zal jullie begeleiden in het proces om tot een regeling te komen waar feitelijk 3 partijen zich goed in kunnen vinden; beide ouders en het kind.
De leeftijd van het kind
Wat hierbij van groot belang is, is de leeftijd van het kind. Diverse wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat een baby die nog borstvoeding krijgt niet gebaat is bij een uitgebreide omgangsregeling. Het is simpelweg niet gezond voor de ontwikkeling van het kind om deze veelvuldig weg te halen bij de biologische moeder. Ook hele jonge kinderen kunnen slecht reageren op te veel heen en weer reizen. Zij zijn juist gebaat bij regelmaat en niet te veel verhuizen. Hoe zwaar ook voor een niet-verzorgende vader, deze zal de gezondheid van zijn kind ook voorop moeten stellen en zich beter neerleggen bij een beperkte omgangsregeling. Een mogelijkheid zou dan ook kunnen zijn dat de vader zijn kind geregeld bij de moeder thuis treft. Voor een mediator vormt een respectvolle en nette onderlinge omgang het uitgangspunt en hier kan dan ook in de gesprekken naar toe gewerkt worden.
De afwijkende dagen
Indien er wel een redelijk eenvoudige omgangsregeling wordt vastgesteld, zoals het weekend om de week, realiseer je je dan dat er ook feestdagen, verjaardagen of andere evenementen zullen zijn. Hoe ga je bijvoorbeeld om met Moederdag, Vaderdag, schooluitjes, sportwedstrijden en verjaardagen van familieleden? Het uitgangspunt moet altijd het belang van het kind blijven. Dit kan inhouden dat een Vaderdag precies in een weekend valt dat het kind bij de moeder verblijft. Juist dit soort dingen kunnen vooraf al besproken worden zodat er al direct helder is dat bij dit soort dagen afgeweken kan worden van de routinematige omgangsregeling. Ook vakanties zijn belangrijk om mee te nemen in het ouderschapsplan. Hoe leuk is het voor een kind om na 3 weken rondtrekken op de Zuid-Franse campings slechts 1 nacht terug te keren in het eigen bed in Nederland om daarna direct 3 weken opnieuw in zuid Frankrijk rond te trekken met de andere ouder? Spreek dit soort dingen vooraf al door.
Als het echt niet lukt…
Komen jullie hier niet uit samen, dan zal een gang naar de rechter de laatste mogelijkheid zijn. Bedenk je echter goed dat een rechter een redelijke standaard regeling zal opleggen. Deze regeling hoeft niet een gewenste te zijn maar eenmaal opgelegd door de rechtbank valt hier ook maar moeilijk aan te tornen. Zolang je met elkaar kunt praten, doe dit dan ook. Zo houd je inspraak in de omgangsregeling en is de kans groter dat er niets opgelegd wordt waar je zelf niet achter staat.
Geef een reactie